//GTM

Expertisecentra specialistische kennis voor complexe zorgvragen

In 2021 kwam het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met het plan om expertisecentra in te richten voor kleine groepen mensen met een complexe zorgvraag. Een jaar later zijn in Utrecht al voor vijf van de zeven doelgroepen regionale expertisecentra (REC) gestart. Daarmee loopt de regio voorop in Nederland.

Mensen met een complexe vorm van het syndroom van Korsakov, niet- aangeboren hersenletsel (NAH+), de ziekte van Huntington, multiple sclerose, dementie met zeer ernstig probleemgedrag, laagbewustzijnsstoornis of een aandoening die valt onder de gerontopsychiatrie (GP). Ze vormen een minderheid in het totale aantal cliënten binnen de Wet langdurige zorg (Wlz), maar met hun complexe zorgvraag hebben ze soms wel een specifieke aanpak nodig. “Nu is het helaas nog vaak zo dat deze doelgroepen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben of dat de problematiek niet wordt herkend omdat de betreffende zorgprofessionals hierover onvoldoende kennis in huis hebben”, zegt Marie-Claire van Hek, bestuurder van zorginstelling AxionContinu. “Door voor deze doelgroepen aparte regionale expertisecentra (REC) op te richten, kunnen de kennis en ervaringen met deze cliënten op één plek worden gebundeld en beschikbaar gesteld aan alle zorgprofessionals in de regio. Daar is iedereen bij gebaat: de cliënten zelf die zo de zorg krijgen die beter aansluit op hun situaties, maar ook de zorginstellingen en de medewerkers.”

Laag Volume Hoog Complex (LVHC)

Nadat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor dit Laag Volume Hoog Complexe (LVHC) zorgthema de oprichting van expertisecentra had onderzocht, ging de regio Utrecht hiermee van start onder de naam ‘Verkenning Expertisecentra’. “Het project is geïnitieerd door instellingen in Utrecht stad (AxionContinu, Bartholomeus Gasthuis, Careyn, De Rijnhoven en Vecht en IJssel), maar wel meteen met als doelstelling dat het project zich over de hele regio uitbreidt”, legt projectleider Yvonne van Kemenade uit. “Dat betekent dat iedereen die op welke manier dan ook betrokken is bij een cliënt met een complexe zorgvraag, een beroep kan doen op een regionaal expertisecentrum dat zich richt op de betreffende LVHC doelgroep. Dus ook de huisarts en specialist ouderenzorg. Het gaat daarbij niet alleen om het uitwisselen van schriftelijke informatie, het kan ook zo zijn dat een gespecialiseerde zorgprofessional ter plaatse komt om de zorg te ondersteunen en te begeleiden of dat een cliënt – al dan niet tijdelijk – wordt ondergebracht op een speciale afdeling.”

Piramide

“Nogmaals, het gaat hierbij om een kleine aantallen cliënten”, vervolgt Marie-Claire van Hek. “Als je ze zou weergeven in een piramide met het volledige aantal mensen met bijvoorbeeld het syndroom van Korsakov, dan gaat het om het topje van die piramide. Daarvan zijn er, naar schatting van het Korsakov Kenniscentrum, zo’n acht- tot tienduizend in heel Nederland. Slechts een klein deel daarvan heeft een complexe zorgvraag. Maar juist omdat het om zulke geringe aantallen gaat, hebben de meeste instellingen niet de kennis in huis om deze mensen goed te kunnen begeleiden. In dat geval kunnen ze een beroep doen op het regionale expertisecentrum. Want ook deze cliënten verdienen de juiste zorg. Bovendien kun je, door tijdig hulp te vragen bij het regionale expertisecentrum, die complexe zorgvraag misschien wel voorkomen.”

Samen

Yvonne van Kemenade: “We zijn begonnen met het in kaart brengen van de LVHC-doelgroepen in de regio Utrecht. Welke ouderenzorginstellingen hebben deze cliënten in huis, welke zouden daardoor eventueel geschikt kunnen zijn om een regionaal expertisecentrum te worden? Daarbij hebben we gekozen voor een brede aanpak en alle zorginstellingen in de regio Utrecht benaderd.”
“Dat is niet zo vanzelfsprekend als het klinkt”, vult Marie-Claire aan. “Niet iedere zorginstelling wil een regionaal expertisecentrum worden en niet iedere organisatie wil zich in de eerst verkenning al in kaart laten kijken. Bovendien vereist het ook een investering van de betreffende zorginstelling, want zolang de voorwaarden voor de oprichting en financiering van een regionaal expertisecentrum vanuit de Wlz nog niet zijn geregeld, ligt het financiële risico bij het regionale expertisecentrum-in-oprichting. Het unieke in Utrecht is dat we er samen de schouders onder hebben gezet en iedereen aan tafel hebben gekregen. Daardoor voelen de deelnemende organisaties zich medeverantwoordelijk. We kunnen heel veel leren van elkaar en elkaar steunen als dat nodig is. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop informatie wordt overgedragen. Door daar samen over na te denken, kun je heel veel tijd en energie besparen.”

Utrecht als koploper

Yvonne: “We zijn nog maar net een jaar bezig en voor vijf van de zeven doelgroepen zijn al regionale expertisecentra gestart, twee andere zijn in ontwikkeling. We kunnen met trots zeggen dat we de eerste regio in Nederland zijn die in zo’n korte tijd al zoveel heeft bereikt.”

Meer informatie: https://www.toekomstbestendigeouderenzorgutrecht.nl/verkenning-expertisecentra