//GTM

Wonen met zorg

Sinds de WOZO-brief van minister Helder is het ouderenbeleid van de rijksoverheid duidelijk: ouderen moeten langer zelfstandig kunnen blijven wonen en de (informele) zorg moet daarop worden aangepast. Maar dan moeten er wel voldoende geschikte woningen komen. Daar spelen de gemeenten een belangrijke rol bij. Het project Wonen en Zorg 2040, onderdeel van de Krachtig Verbindende Toekomstvisie Utrecht van de IVVU, is al meer dan een jaar op regionaal niveau bezig met dit thema. Tijd voor een evaluatie met projectleider Arnout Siegelaar.

In 2040 is het aantal 75-plussers in de gemeente Rhenen gestegen van 2.000 naar 3.500. Een deel van hen zal zich thuis kunnen redden, een ander deel heeft meer of minder intensieve (thuis)zorg nodig. Zonder aanvullend beleid komt Rhenen in 2040 zo’n 185 verpleegplekken tekort. Rhenen is slechts één van de gemeenten die het project Wonen en Zorg 2040 in kaart heeft gebracht met behulp van overzichtelijke dashboards: in de hele regio Utrecht gaat het om een tekort van 11.000 verpleegzorgplekken. Met deze cijfers kunnen gemeenten en lokale zorgaanbieders in de regio Utrecht een visie ontwikkelen over hoe toekomstbestendige ouderenzorg er in hun gebied uit moet gaan zien en vervolgens eventueel ook samenwerkingen met andere regio’s zoeken.

"Het mooie is dat je ziet dat onze dashboards belangrijke handvatten zijn geworden in de complete regiovisie."

Inspiratiesessies

“Gelukkig zijn we bij Wonen en Zorg 2040 niet uitsluitend bezig met het verzamelen en analyseren van cijfers”, zegt projectleider Arnout Siegelaar. “Het afgelopen jaar hebben we met dertig gemeenten inspiratiesessies georganiseerd om samen te kijken welke oplossingen mogelijk zijn. Het mooie is dat je dan ziet dat onze dashboards belangrijke handvatten zijn geworden in de complete regiovisie zoals beschreven in de Krachtig Verbindende Toekomstvisie Utrecht, maar ook in het bewustwordingsproces van afzonderlijke gemeenten, woningcorporaties en projectontwikkelaars. Je ziet ook dat deze instanties daardoor contact gaan zoeken met zorgaanbieders om samen te kijken naar de best mogelijke oplossingen.
In Rhenen heeft dat geresulteerd in een conceptakkoord waarin de gemeente, woningcorporaties en zorgorganisaties de handen ineen hebben geslagen en wonen en zorg samen gaan aanpakken. Op kleinere schaal zie je soortgelijke ontwikkelingen. Een seniorenflat bijvoorbeeld, die behoefte had aan hulp voor de zelfstandig wonende bewoners in de vorm van dagbesteding. We hebben dat op tafel gelegd en verschillende partijen bij elkaar gebracht die nu samen op zoek zijn naar een oplossing. Het begint met bewustwording, van daaruit kun je op zoek naar concrete oplossingen.”

Obstakels

Er wordt hard gewerkt aan het vinden en realiseren van die concrete oplossingen, al zijn er ook nog veel obstakels die moeten worden genomen. Arnout vervolgt: “Je kunt het gemeenten niet kwalijk nemen dat huisvesting voor ouderen niet als enige boven aan het prioriteitenlijstje staat als ze vanuit de overheid ook de druk voelen om asielzoekers en vluchtelingen uit Oekraïne op te vangen. Maar de wil is er. In 2024 moeten alle gemeenten verplicht een woon-zorgvisie hebben opgesteld. Veel gemeenten zijn daar nu al druk mee bezig omdat ze de noodzaak zien. Dat zie je ook aan de interesse in de inspiratiesessies die we organiseren. Er worden er nog veertig gepland in 2023. Die leveren allemaal nieuwe inzichten in de problematiek waar andere gemeenten weer van kunnen leren. Dat vind ik het mooie aan die inspiratiesessies; ze hebben allemaal een eigen dynamiek.”

Creativiteit en samenwerking

Gaat het in Rhenen om drieduizend 75-plussers in 2040, in heel Nederland zijn dat er dan naar schatting meer dan 2,5 miljoen. De landelijke overheid ziet inmiddels ook de urgentie om het gat tussen zelfstandig wonen en het verpleeghuis te dichten. “Nee, ik heb niet direct contact met het ministerie”, lacht Arnout Siegelaar als hem wordt gevraagd of project Wonen en Zorg 2040 daarbij betrokken is. “Maar ik heb wel contact met de landelijke Taskforce Wonen en Zorg. We zijn ons allemaal – op landelijk, regionaal en lokaal niveau - bewust van de urgentie van het probleem en zoeken ook steeds vaker samen naar oplossingen in de vorm van meer levensloopbestendige woningen, een betere mix van jongeren en ouderen in de wijk, diversiteit in woonvormen, toekomstbestendige ouderenzorg, het koppelen van formele en informele zorg, een samen-redzame samenleving en de inzet van technologie om mensen te helpen om langer thuis te kunnen blijven wonen. We zullen het daarbij moeten hebben van de creativiteit en samenwerking op lokaal niveau. Minister De Jonge mag dan wel het doel gesteld hebben om 900.000 woningen te bouwen voor 2030, maar heeft ook te maken met enorme obstakels: hoge bouwkosten, complexe regelgeving, stikstofproblematiek en een schrijnend tekort aan bouwlocaties. Van die 900.000 woningen zullen er zeker 300.000 aan speciale eisen voor wonen met zorg moeten voldoen.”

Bereidwilligheid

Of je het nu op kleine of grote schaal bekijkt, de druk is groot en er is haast geboden. Of de geplande doelstellingen ook gehaald zullen worden is een vraag die Arnout Siegelaar ook niet kan beantwoorden. “Wat ik in het afgelopen jaar wel heb gezien is dat de Krachtig Verbindende Toekomstvisie in de regio Utrecht een enorm grote bereidwilligheid om samen te werken op gang heeft gebracht om samen te werken. En ook dat je, door meerdere partijen met elkaar in contact te brengen, nieuwe oplossingen kunt bedenken. Gemeenten zijn vaak beperkt in de mogelijkheid om eisen te stellen aan een nieuwbouwproject. Ze kunnen bijvoorbeeld alleen de verhoudingen tussen (sociale) huur en koopwoningen aangeven, maar hebben geen invloed op het aantal toekomstbestendige of zorgwoningen dat wordt gebouwd. Als je dan met de projectontwikkelaars om de tafel gaat zitten, zie je dat die bereidwilligheid er wel degelijk is, maar dat er niet altijd aan wordt gedacht omdat de juridische handvatten vaak ontbreken.”

Inzichtelijk

Er zijn zoveel verschillende manieren om ouderen met en zonder zorg te huisvesten dat Arnout onlangs een A3 heeft gemaakt met daarop een overzicht en uitleg van verschillende woonvormen, variërend van levensloopgeschikte- en nultredenwoningen tot geclusterde woonvormen en inclusieve wijken. Arnout: “Die termen worden nu nog veel door elkaar gehaald en het is niet altijd duidelijk wat met een bepaalde naam wordt bedoeld. Dan is het handig om een lijstje te hebben waar ze allemaal bij elkaar staan en waar ook wordt uitgelegd wat de verschillen zijn. Niet alleen in de manier van wonen of voor welke doelgroep zo’n woning geschikt is, maar ook in de wijze waarop de woonvorm kan of moet worden gefinancierd. Het is een goed voorbeeld van waar wij als project Wonen en Zorg 2040 voor staan. Wij zijn er niet om de problemen op te lossen, wel om ze inzichtelijk te maken. Zodat betrokken instanties en organisaties daarmee op zoek kunnen naar concrete oplossingen die passen bij de eigen gemeente en de gemeenschap. Rhenen is een goed voorbeeld, maar dat is nog maar het begin.”

Meer informatie: https://www.toekomstbestendigeouderenzorgutrecht.nl/wonen-en-zorg